Waar zal ik beginnen ...
Mag ik het hier over mezelf hebben? Oh wat fijn! Maar, waar zal ik beginnen?
Wat een goede vraag eigenlijk: “waar zal ik beginnen”, want waar begin ik eigenlijk? En, minstens even relevant, waar eindig ik?
Ben ik in 1969 begonnen op de Korreweg in Groningen? Of begint mijn verhaal daarvoor al? Bij mijn voorouders, mijn roots. Maar dan kan ik blijven zoeken naar mijn begin en heeft mijn verhaal wel heel veel beginnen. Zoals de wortels van een boom steeds dieper graven en verder uitwaaieren. Ik zou kunnen graven en graven om zo alle wortels bloot te leggen en wie weet ontdekken we dan ooit nog eens ergens een gezamenlijke voorouder. Maar graven en blootleggen is niet altijd het juiste instrument om de antwoorden te vinden waar je naar zoekt. Voor een boom zou het zelfs funest zijn om alle wortels bloot te leggen. Slechts enkele wortels zijn robuust genoeg om zich boven het oppervlak te vertonen.
Moet ik dan beginnen met te vertellen over mijn kern? Of maak ik mezelf misschien meer aanschouwelijk met verhalen over mijn takken en bladeren en schors en hoe ik eruit zie als ik in bloei sta of hoe kleurrijk ik ben in de herfst van mijn leven? “Wat een vragen allemaal,” hoor ik je haast denken. “Twijfel je altijd zo? Wat zit daar toch onder? Onzekerheid, uitstelgedrag, bindingsangst of een ander stempeltje?”
Nou, als we er dan toch een stempeltje op willen drukken, dan bestempel ik het liever als genuanceerd: Bedreven, en misschien zelfs wel gedreven, om altijd verschillende perspectieven te onderzoeken. Het biedt mij veerkracht. Door blijvend open te staan om verschillende aspecten van mezelf op meerdere manieren te belichten, kan ik, net zoals een boom, de meeste stormen weerstaan. En ben ik dan iemand die met alle winden meewaait? Ja, tot op zekere hoogte wel. Niet zoals een plastic zakje dat steeds maar rondjes draait in een winderig, doodlopend steegje tussen grauwe gebouwen in een vervuilde stad. Wel zoals een boom die met al zijn vertakkingen en bladeren, seizoen na seizoen zoveel mogelijk het licht opzoekt om te blijven groeien en vooral om zijn kern te voeden, zodat die kern andersom ook weer bijdraagt aan het voeden van al die takken en bladeren. Ik zie mijn kern bovendien als iets met laagjes en als iets dynamisch, ook weer net als de kern van een boom.
***
Juist. Ik kan mijn verhaal dus op allerlei plekken beginnen, en ja, ik begin graag met een vraag. Is het niet expliciet dan toch op z’n minst impliciet. Maar hoe zit het dan met de vraag over waar ik eindig? En hoezo is die vraag minstens even relevant?
Goede vraag! Ik had het eigenlijk op die manier opgeschreven, omdat dat zinnetje, toen ik het schreef, schijnbaar toevallig was aan komen waaien. Dat soort ingevingen behandel ik graag met het nodige respect. Ze hebben me misschien wel iets heel belangrijks te vertellen, iets essentieels. In ieder geval iets wat ik de moeite waard vind om een andere keer eens verder te onderzoeken.






